Snel(ler) en blessurevrij lopen kan wanneer je gebruik maakt van de juiste techniek tijdens het hardlopen. Veel experts op het gebied van hardlopen en/of beweging verschillen van mening over wat nou precies de juiste hardlooptechniek is. Wij hebben ons verdiept in verschillende onderzoeken en meningen. Ben je benieuwd? Lees dan snel verder! Let op: Er zijn verschillende meningen en ideeën over de juiste hardlooptechniek. Wat voor de één werkt hoeft voor de ander niet te werken. Probeer dus verschillende technieken uit om te ontdekken wat voor jou werkt.
Loop zonder na te denken
Er is een groep onderzoekers die vinden dat je niet aan je hardlooptechniek moet werken. Door anders te gaan lopen dan je normaal doet zou je juist blessures in de hand werken. Zij raden iedere loper aan om vooral zo min mogelijk aan je techniek te werken en om zo “natuurlijk” mogelijk te lopen. Zij benoemden ook dat veel marathonlopers gewend waren om op de midden/voorvoet te lopen doordat zij vaak als kind op blote voeten buiten speelden. Voor veel andere mensen zou het juist beter zijn om meer op de achterkant van de voet te landen, bijvoorbeeld op de hak.
Werk aan jouw hardlooptechniek
Uiteraard is er ook een groep die wel vindt dat je door het werken aan een juiste looptechniek sneller zou kunnen gaan lopen en minder blessures zou krijgen. Maar wat is nou een juiste looptechniek? En hoe werk je naar een goede looptechniek toe? Wij hebben verschillende stappen op een rijtje gezet. Het onderstaande filmpje illustreert deze stappen heel duidelijk.
Stap 1: De juiste houding
Je begint met het werken aan een goede looptechniek door de juiste houding aan te nemen. Sta rechtop. Een trucje: Schouders op, naar achteren en omlaag. Odlo heeft zelfs een speciaal t-shirt (met korte of lange mouwen ontworpen) die jou helpt om een rechte houding aan te houden tijdens het sporten, de Odlo Active Spine.
Stap 2: Armbeweging naar voren
De tweede stap in het werken naar de juiste looptechniek bestaat uit de armbeweging. Het is belangrijk dat je armen naar voren en naar achteren bewegen langs het lichaam. Hiermee creëer je een extra voorwaartse kracht. Wanneer jouw armen schuin voor het lichaam langs “zwaaien” verlies je die voorwaartse kracht. Vind je dit lastig? Dan kan je jouw duimen naar buiten draaien. Probeer je armen ook in één hoek te houden, bijvoorbeeld een hoek van 90 graden.
Stap 3: Zwaartepunt in het midden
Zorg dat je zwaartepunt zoveel mogelijk in het midden blijft. Wanneer je grote passen zet en naar voren leunt verlies je veel energie bij het contact met de grond. Ook corrigeert het lichaam zich bij de volgende stap die je zet, vaak door achterover te leunen. Door het achterover leunen verlies je ook snelheid.
Stap 4: Kort contact met de grond
Het contact met de grond moet zo kort mogelijk zijn. Zo verlies je bij de landing zo min mogelijk energie. Probeer ook actief te lopen, loop alsof je “fietst” met dorsaalflexie en plantairflexie. Dit in plaats van dat je “sjokt” en je voeten “meesleept” bijna zonder ze op te tillen. Deze techniek zie je vaak bij mensen die langzaam joggen. De actieve manier van lopen die we hier beschrijven kan je inzetten bij elk looptempo.
We zoeken een goede looptrainer in Rotterdam om met onze zoon van 13 aan de slag te gaan. Hij loopt op zn tenen, en zn houding kan beter denken we. Maar een professional zal dit het beste kunnen beoordelen.
Waar zouden we een goede loopcoach kunnen vinden die met hem (evt in een klein groepje) aan de slag wil?
Vriendelijke groet,
Iris