De dagen worden weer korter en het duurt nog lang voordat de eerste triathlonwedstrijden weer op het programma staan. Er zijn triatleten die in deze tijd te weinig trainen of zelfs helemaal stoppen met trainen. Ook zijn er triatleten die juist vol aan de bak gaan en eigenlijk te vroeg “pieken”. Maar er is een tussenweg! De vraag is “Hoe train je buiten het wedstrijdseizoen”? Wanneer je slim traint zal je daar volgend jaar de vruchten van plukken!
Als beginnende triatleet
Als beginnende triatleet is het belangrijk dat je in de winter werkt aan een goede basisconditie. Het hangt van jouw beginniveau af hoe je deze basisconditie op moet bouwen. Je begint met het afleggen van kortere afstanden met een lagere hartslag. Zo is het slim om de meeste trainingen in hartslagzone 2 te doen. De afstanden kan je rustig uitbouwen. Met deze opbouw zorg je ervoor dat de belastbaarheid van jouw lichaam beter wordt. Zo kan je steeds langere afstanden afleggen en sneller gaan zonder last te krijgen van blessures. Wanneer je te snel de afstanden gaat verlengen of sneller gaat trainen is de kans groot dat je wel geblesseerd raakt. Het is dus slim om rustig te tijd te nemen om op te bouwen in de herfst en winter.
Voor de triatleet met een goede basisconditie
Heb je al een goede basisconditie? Dan kan je al snel geneigd zijn om te werken aan het aërobe vermogen of aan het verhogen van de lactaatdrempel. Als je hier aan werkt loop je het risico om te vroeg in wedstrijdvorm te zijn. Als je daarna op dezelfde manier door blijft trainen is er een kans dat je overtraind of geblesseerd raakt. Dan rest natuurlijk de vraag: “Hoe train je buiten het wedstrijdseizoen”? Eigenlijk wil je er in de herfst en winter vooral zorgen dat jouw lichaam brandstof zo efficiënt mogelijk kan gebruiken.
Hoe train je buiten het wedstrijdseizoen?
Eerder heb je kunnen lezen dat je er als triatleet met een goede basisconditie voor wil zorgen dat jouw lichaam de brandstof zo efficiënt mogelijk kan gebruiken. Maar wat betekent dat nou? Laten we als voorbeeld eens kijken naar het zwemonderdeel. Zwemmers die nog niet vaak geoefend hebben om te zwemmen met de juiste techniek laten bijvoorbeeld hun benen dieper in het water zakken. Hierdoor heb je tijdens het zwemmen meer last van waterweerstand. Het kost jouw lichaam meer energie (brandstof) dan wanneer je recht als een plank in het water ligt en dus veel minder water hoeft te verplaatsen. Met de juiste techniek kan jouw lichaam de brandstof dus op een zo efficiënt mogelijke manier gebruiken. Vaak schenk je de meeste aandacht aan zwemtechniek en dan pas op fiets- en loopefficiëntie.
