In de triathlon uitslagen vind je vaak 5 verschillende tijden. Naast de tijden voor het zwemmen, fietsen en lopen heb je namelijk ook de tijden voor T1 en T2. Maar waar staat T1 nou precies voor? Dat lees je in dit kennisbankartikel.
Waar staat de term T1 voor bij triathlon?
Bij triathlon staat de term T1 voor transition 1. Hiermee wordt de eerste wissel bedoeld tijdens een triathlon. Dit is de overgang tussen het zwemmen en fietsen. Tijdens deze wissel wil je zo snel mogelijk je wetsuit uittrekken, je fietshelm opzetten. je fietsschoenen aantrekken en door met het fietsonderdeel.
Hoe zorg je voor een snelle eerste T1 wissel?
De wissels in de triathlonsport kan je – net als het goed plannen van voeding en drinken – zien als een extra onderdeel van de triathlon. Je kan met een snelle wissel namelijk veel tijdswinst boeken en eerder over de finish komen zonder dat je sneller hoeft te zwemmen, fietsen of hardlopen. Zeker bij de kortere afstanden is een snelle wissel ontzettend belangrijk wanneer je gaat voor een PR of een medaille. Er zijn verschillende tips en trucs om zo snel mogelijk T1 door te komen.
Voorbereiding op de wissel in het water
Al in het water kan je bezig zijn met de eerste wissel. Probeer in het water te visualiseren hoe je de wissel gaat aanpakken als je eenmaal uit het water komt. Eén van de handige tips van ervaren triatleten is dat je moet proberen om te plassen (net) voordat je uit het water komt. Je hoeft dan geen toilet meer op te zoeken waar je je eerst moet ontdoen van het natte trisuit. En dat scheelt een hoop tijd!
Snel uittrekken van de zwemspullen
Wanneer je het water uitkomt begin je tijdens het rennen naar de wisselplek meteen met het uittrekken van je zwemspullen. Zet eerst je zwembril iets hoger op je hoofd zodat je beter kunt zien. Trek daarna de rits aan de achterzijde van het wetsuit alvast helemaal naar beneden, haal je armen uit de mouwen zodat de bovenkant van het wetsuit al om je heupen hangt. Haal daarna je zwembril en badmuts van je hoofd. Ben je bij de wisselplek aangekomen trek je snel je wetsuit verder uit. Met een speciaal glijmiddel dat je wetsuit niet aantast (zoals trislide of bodyglide) op je benen krijg je het wetsuit nog sneller uit. Hier kan je het onderstaande middel voor gebruiken.
Eros Classic Siliconen Bodyglide Glijmiddel - 250 ml
Fietsschoenen aantrekken en wel of geen sokken
Nadat je je jouw wetsuit volledig hebt uitgetrokken (oefen wat voor jou de snelste manier is) kan je ervoor kiezen om je fietsschoenen bij de wisselzone aan te trekken of om de fietsschoenen al op de pedalen te zetten. Zitten je fietsschoenen al vast op de pedalen? Dan kan je deze nadat je op de fiets bent gesprongen aantrekken. De tweede optie is vooral geschikt voor ervaren triatleten. Het vergt veel oefening om dit goed onder de knie te krijgen. Voor kortere afstanden kan je ervoor kiezen om zonder sokken in je fietsschoenen te gaan. Bij langere afstanden is het fijner om wel sokken aan te trekken, zo voorkom je vervelende schuurplekken en heb je ook meteen sokken aan voor het hardlooponderdeel. Ook kan je schuurplekken voorkomen door (van tevoren) al wat talkpoeder in je fietsschoenen of sokken te doen.
Voeding en drinken op de fiets
Zorg dat de gevulde bidons al op de fiets zitten en dat je voeding al op de fiets hebt geplakt of in een speciaal (frame) tasje (bijvoorbeeld het onderstaande tasje van Decathlon) op je fiets hebt zitten. Dit wil je niet tijdens de wedstrijd nog hoeven doen, dat zou je namelijk veel te veel tijd kosten! Eventueel kan je al wat gels in een startnummerband met lusjes doen. Deze kan je over je trisuit en onder je wetsuit dragen tijdens het zwemmen. Dit is vooral handig wanneer je veel voeding mee moet dragen tijdens een halve of hele triathlon.
Rennen met de fiets aan de hand
Wanneer je bij je fiets bent aangekomen zet je de fietshelm als eerste op je hoofd. Je mag namelijk niet lopen met de fiets aan je hand zonder helm op. Daarnaast is het ook gewoon praktisch, het zou toch wat zijn als iedereen zijn helm bij de startstreep op zou zetten. Het is slim om tijdens je trainingen te oefenen met het rennen met de fiets aan de hand. Tijdens een triathlon mag je namelijk pas na een bepaald punt op je fiets springen (het is heel slim om voor de wedstrijd te kijken waar dat is).
Voor de wedstrijd
Lees je voor een wedstrijd goed in! Voor een wedstrijd krijg je toegang (bijvoorbeeld via de website of een mail) tot alle informatie met betrekking tot de wedstrijd. Bij grotere wedstrijden zoals bij de Challenge Amsterdam lees je bijvoorbeeld over de route die je moet lopen naar je fiets na het zwemmen en naar de plek waar je op mag stappen. Ook lees je bijvoorbeeld in welke tas je jouw zwemspullen weer moet opbergen, dat je de helm al op moet hebben wanneer je gaat rennen met de fiets aan je hand en waar je op je fiets mag stappen of springen. Zorg dat je voor de wedstrijd op de hoogte bent van alle bijzonderheden en regels van de wissels!
Oefenen, oefenen, oefenen van de T1
Als je alle voorgaande tips gelezen en in je hoofd geprent hebt rest er nog maar één ding: Oefenen, oefenen, oefenen! Door het oefenen weet je precies hoe je het tijdens de wedstrijd gaat doen en wordt je ook steeds sneller en handiger in de wissel. Probeer voor een wedstrijd daarom ook verschillende koppeltrainingen te doen waarbij je de wissel aanpakt zoals je in een wedstrijd zou doen.
Bekijk ook de onderstaande video voor 5 tips voor een nog snellere T1 wissel.