“Te veel lichamelijke inspanning lijkt de hersenen moe te maken”. Dat is de conclusie van een nieuwe studie dat in september 2019 werd gepubliceerd in het tijdschrift Current Biology. Onderzoekers hebben een groep triatleten voor zes weken gevolgd. Er werd ontdekt dat atleten na een aantal weken van overtraining meer geneigd waren om andere beslissingen te nemen. De uitslag van het onderzoek kan verklaren waarom sommige topsporters hun prestaties zien afnemen wanneer ze te veel trainen – een fenomeen dat bekend staat als overtrainingssyndroom.
Wat is overtrainingssyndroom?
Overtrainingssyndroom, soms ook wel burnout genoemd, is een aandoening waarbij een atleet, ondanks voortdurende of verhoogde training, vermoeidheid en afnemende prestaties in de sport ervaart. Overtraining kan leiden tot stemmingswisselingen, verminderde motivatie, frequent letsel en zelfs infecties. Het wordt gedacht dat het een gevolg is van de fysieke en emotionele stress van training.
Overtrainingsyndroom treedt op wanneer een atleet onvoldoende herstelt van training en competitie. De symptomen zijn te wijten aan een combinatie van veranderingen in hormonen, onderdrukking van het immuunsysteem (waardoor het vermogen van de atleet om infecties te bestrijden vermindert), lichamelijke vermoeidheid en psychische veranderingen. Risicofactoren zijn onder meer specialisatie in een enkele sport, plotselinge toename van training, deelname aan duursporten, een laag zelfbeeld en ouderlijke- en coachingsdruk om te presteren.
Afstandsloper Alberto Salazar
In de jaren 80 won de afstandsloper Alberto Salazar drie keer de New York Marathon (1980, 1981 en 1982) en eenmaal de Boston Marathon (1982). Toch ondervond hij een achteruitgang in tijden en prestaties, hoewel hij midden twintig was en meer dan ooit trainde. Bastien Blain, een onderzoeker aan het University College London, wijt het mede aan “iets dat verband hield met zijn hersenen en zijn cognitieve capaciteiten”. Oftewel: het vermogen van de hersenen iets te kunnen leren, maar ook om het te onthouden.
37 mannelijke triatleten bestudeerd
Blain maakte deel uit van een team dat 37 mannelijke triatleten bestudeerde, die vrijwillig deelnamen aan een speciaal trainingsprogramma. Volgens Blain waren alle triatleten erg gemotiveerd voor de deelname, maar nam dit bij sommigen na een aantal weken af.
De helft van de triatleten mocht hun normale trainingen voortzetten. De rest werd verteld om hun normale wekelijkse trainingsintensiteit met 40% te verhogen.
Het resultaat was een trainingsprogramma dat zo intens was dat deze atleten slechter begonnen te presteren bij testen van maximale output.
Keuze voor onmiddellijke bevrediging
Na drie weken werden alle deelnemers in een hersenscanner geplaatst en een meerdere vragen gesteld om te onthullen of een persoon meer geneigd is om voor onmiddellijke bevrediging of een langetermijnbeloning te kiezen. De onderzoekers zeggen hier het volgende over tegen de nieuwswebsite NPR: “We vragen bijvoorbeeld:” Verkies je nu $10 of $60 in zes maanden”. De antwoorden toonden een duidelijk verschil bij de overtrainde atleten. “Die mensen kozen in feite voor meer onmiddellijke bevrediging dan de andere groep atleten”. Op deze conclusie komen we in het laatste kopje nog terug.
Er treed zelfs hersenvermoeidheid op
De scanner liet ook een verschil zien. Er was minder activiteit in “een heel klein hersengebied, een kleine plek in de linker prefrontale cortex die wordt beïnvloed tijdens de besluitvorming”, zegt Blain.
Als er veel activiteit in dat gebied is, kunnen atleten signalen van vermoeide spieren negeren en zich concentreren op winnen, volgens Blain. Maar wanneer een atleet te hard traint, treedt er een soort hersenvermoeidheid op en blijft het activiteitenniveau laag en heeft de persoon minder vermogen om het lichaam tot het uiterste te pushen.
Ander onderzoek
Andere onderzoeksteams hebben ook bewijs gevonden dat fysieke inspanning zowel de besluitvorming als hersenactiviteit kan beïnvloeden. “We zien dat mensen die in de loop van de tijd herhaaldelijk teveel inspanningen hebben geleverd, minder geneigd zijn inspanningen te blijven leveren voor beloningen,” aldus het onderzoek, gepubliceerd op NCBI.
Korte en lange termijnbeslissingen
Het onderzoek concludeert dat wanneer het lichaam fysiek uitgeput raakt, de hersenen ‘motiverende vermoeidheid’ beginnen te ervaren, wat de besluitvorming beïnvloedt. Wanneer dat gebeurt, kunnen de hersenen het misschien niet meer waard vinden om te wachten op betere beloningen. De hersenen doen een soort van kosten-batenafweging. “Is het nog de moeite waard?” En het antwoord op die vraag kan veranderen als het vermoeidheidsniveau van het lichaam toeneemt.
Voor een triatleet kan dat betekenen dat hij het doel om een race te winnen moet opgeven en een doel moet omarmen dat hem zal laten herstellen.