Eigenlijk bestaat triathlon niet uit drie verschillende onderdelen maar uit vier. Naast het zwemmen, fietsen en hardlopen kan je namelijk ook tijdswinst behalen met een snelle wissel tussen deze onderdelen. Hoe korter de afstand, hoe meer een snelle wissel mee gaat tellen. Een snelle overgang is een vak apart. Het is iets wat je, net als de andere onderdelen, moet trainen. Er zijn ook verschillende “trucjes” die je toe kunt passen waardoor de wissel nog sneller en soepeler gaat. Deze “trucjes” hebben te maken met de opstelling van jouw spullen, de kleding die je draagt et cetera.
Training van een snelle wissel
Een goede voorbereiding van de wissels begint ruim voor de race. Tijdens (koppel)trainingen is het ook belangrijk om de wissels te oefenen. Koppeltrainingen zijn hiervoor de ideale trainingen. Tijdens deze trainingen went jouw lichaam niet alleen aan de overgang tussen de verschillende sporten, je oefent ook meteen de snelle wissels. Het is prettig als je tijdens deze trainingen de wedstrijdsituatie zo goed mogelijk kan nabootsen. Het zou daarom ook mooi zijn als je tijdens sommige trainingen iemand in kan schakelen die op de spullen kan passen of daarmee kan helpen.
Opstelling van de triathlonbenodigdheden voor de race
Een snelle wissel begint, naast een goede training, bij de opstelling van alle wedstrijdbenodigdheden. Zorg dan dat alle triathlonbenodigdheden goed staan opgesteld in de transitiezone. Om alles goed klaar te kunnen zetten, is het belangrijk dat je op tijd in het wedstrijdgebied en in de transitiezone aanwezig bent.
Benodigdheden opstellen voor het fietsen
Zet de fiets zo neer dat je in één keer weg kan lopen, zonder de fiets te hoeven draaien. Vaak betekent dit dat je de fiets met het zadel aan de stang hangt. Zet de fietsschoenen aan de kant van de fiets waar je opstapt, op die manier kan je meteen weg rennen en hoef je niet naar de andere kant te gaan om op te stappen. Sommige, meer ervaren triatleten, klikken de fietsschoenen alvast in de pedalen. Dit is niet aan te raden voor beginnende triatleten. Al laatste leg je de fietshelm ondersteboven met de riempjes open op het stuur, dit doe je met de voorkant van de helm aan de voorkant van de fiets.
Wanneer je met weinig snelheid op je fiets springt of stapt, is het fijn als je de fiets in een lichte(re) versnelling hebt staan. Eenmaal op de fiets kan je dan zwaarder schakelen.
Een snelle wissel van het fietsen naar het lopen
In de wisselzone kan je ook alvast spullen klaarleggen voor het lopen. Het is fijn om hardloopschoenen te hebben met elastische veters met een sluiting, zoals die uit de Zoot collectie, zodat je niet tijdens de race je veters hoeft te strikken. Ook zou je hiervoor Xtenex veters kunnen gebruiken. Ren je zonder sokken om tijdswinst te behalen? Dan is het slim om naast jouw hardloopschoenen talkpoeder neer te zetten. Met een beetje talkpoeder op je voeten glijden je voeten makkelijker in de schoenen.
Verdiep je in de routes
Van tevoren is het slim om je te verdiepen in de wisselzones. Zo weet je de route die je moet lopen naar het parcours. Bij sommige wedstrijden is er één plek voor het wisselen, bij andere wedstrijden moet je wisselen op twee verschillende plekken. Wanneer je verkeerd loopt in de wisselzone of de plek niet kan vinden waar jouw spullen liggen opgeslagen, kan je veel tijd verliezen.
Zorg dat je bekend bent met de regels
Er zijn verschillende regels die te maken hebben met de wissels en die gelden in de wisselzones. Zorg dat je deze regels goed kent en dat je geen tijdsstraf of diskwalificatie krijgt. Op de website van de Nederlandse Triathlon Bond kan je de reglementen vinden. Zo moet je vaak je helm al op hebben wanneer je gaat lopen met de fiets (aan de hand).