Het aantal vermogensmeters op de markt blijft groeien en de functies veranderen snel naarmate de technologie verbetert. Eerder hebben we al gekeken naar de beste vermogensmeters van dit moment voor op de (triathlon)fiets. Nu bekijken we de essentiële aspecten waar je op moet letten als het gaat om de aanschaf en het gebruik van een vermogensmeter. Een vermogensmeter, ook wel powermeter genoemd, is vrij duur om te kopen, dus je wilt van tevoren wel zeker weten wat je er voor krijgt en welke bij jou past!
Nauwkeurigheid zegt niets over consistentie van metingen
Je wilt natuurlijk dat de vermogensmeter zo nauwkeurig mogelijk gegevens opslaat en verstuurt naar een aangesloten toestel. Fabrikanten beloven vaak nauwkeurigheid in percentages, bijvoorbeeld de meter is 98% tot 100% nauwkeurig. De powermeter heeft dan een foutmarge van maximaal 2%. Dit is een prima foutmarge voor een gemiddelde vermogensmeter, maar eigenlijk wil je reviews en ervaringen van anderen lezen om er achter te komen of het apparaat wel consistent is. Misschien meet de powermeter de eerste maand wel met een foutmarge van 2%, maar is dit over twee maanden misschien wel 5%.
Gebruik dezelfde vermogensmeter
Om een zo nauwkeurig mogelijke meting te hebben, is het belangrijk dat je altijd dezelfde vermogensmeter gaat gebruiken. Ga je dus een vermogensmeter kopen, dan zit je hier – als je de meest nauwkeurige gegevens wilt – wel voor langere tijd aan vast. Dit is vaak niet erg, maar sommige triatleten hebben meerdere fietsen. Het kan dus zijn dat je een verschillende meting hebt per vermogensmeter.
Kies een vermogensmeter met een zero-offset optie
Vermogensmeters gebruiken kleine, zeer geavanceerde apparaten, rekstrookjes genaamd, om de koppel of het vermogen te berekenen. Hoewel deze rekstrookjes geavanceerd zijn, zijn ze wel gevoelig voor externe factoren die de nauwkeurigheid kunnen beïnvloeden. In het bijzonder, als het materiaal (meestal metaal) waaraan ze zijn bevestigd, samentrekt, uitzet of op welke manier dan ook wordt beïnvloed, zal het koppel dat wordt gemeten door de rekstrookjes ook worden beïnvloed. In wezen bouwen de rekstrookjes een bepaald niveau van “restkoppel” op, wat niet goed is als je een nauwkeurige vermogensmetingen wilt.
Restkoppel
Restkoppel wordt meestal veroorzaakt door veranderingen in omgevingstemperatuur of luchtdruk. Door atmosferische omstandigheden kunnen metalen uitzetten bij verhitting en krimpen bij afkoeling. Bovendien kunnen mechanische veranderingen zoals het installeren van de vermogensmeter op een nieuwe fiets of het veranderen van hardware in de buurt van de vermogensmeter ook van invloed zijn op de zaken.
Zero offset is de oplossing
De oplossing hiervoor is echter relatief eenvoudig. Wanneer je een nul-offset op uw vermogensmeter uitvoert, zet de vermogensmeter dit restkoppel op nul. Of meer specifiek, meet de waarde bij nulbelasting (reset het nulpunt) en registreert deze waarde vervolgens als basis voor nieuwe vermogensmeting tijdens je volgende rit. Zero-offsetting of zeroing is vergelijkbaar met het instellen van de tarra op een weegschaal
Drie belangrijke punten om te onthouden
- Kalibratie van de vermogensmeter is een eenmalige procedure die in de fabriek plaatsvindt.
- Als fietscomputers ‘Kalibratie’ zeggen, bedoelen ze eigenlijk nul-offset of zero offset.
- Je moet voor elke rit een nul-offset uitvoeren om maximale nauwkeurigheid te garanderen.
Vermogensmeter kopen
Hieronder zie je een drietal geschikte vermogensmeters bij de grote webwinkel Wiggle